Historie St. Petrus kerk

Dit is een gotische kruiskerk zonder toren, maar met een klein kruistorentje, in pseudobasilikale stijl gebouwd. De toren is in 1650 omgevallen en nooit meer herbouwd. Het koor is uit 1422, en het laatgotische bakstenen dwarspand en schip stammen uit het begin van de 16e eeuw. Voor die tijd was het schip lager. Aan de zuidkant zijn de ramen hoger dan aan de noordkant, om een betere lichtval in de kerk te verkrijgen. Het schip en dwarspand hebben een vijfribbig tongewelf en het koor heeft een kruisribgewelf. Het interieur is sober. De kerk is van 1648 tot 1798 gebruikt voor de protestantse eredienst. Van 1888-1893 werd de kerk gerestaureerd en vergroot door Caspar Franssen. Na de 2e wereldoorlog bouwden de katholieken een nieuwe, grotere kerk op de Elzenhof waarin de belangrijkste monumenten uit het interieur geplaatst werden. De Hofkerk heeft leeggestaan van 1965-1994. In de jaren ’70 van de 20e eeuw werd de kerk tot rijksmonument verklaard en gerestaureerd. Ze werd aanvankelijk slechts voor bijzondere diensten gebruikt, maar toen het aantal kerkgangers verminderde heeft men de Hofkerk weer als parochiekerk in gebruik genomen en is de nieuwe kerk, op de toren na, gesloopt.
Het interieur bevat beelden van Sint-Jan en Sinte-Lucia uit 1490. Het Johannesbeeld wordt toegeschreven aan Meester Arndt van Utrecht en het Luciabeeld aan de Meester van de Heiligenbeelden uit Leende. Er is een apostelbeeld uit 1480, een tweetal Mariabeelden, een biechtstoel en een communiebank zijn uit de 18e eeuw.

Veel generaties kerkgangers zijn ter kerke gegaan in de Hofkerk, eerst in een houten kerkgebouw, later werd het een tufstenen kerk en in de 15e eeuw werd de gotische zaalkerk met toren gebouwd. Nog veel elementen hiervan kunnen we in onze kerk zien.

In de periode van 1648 tot aan de Franse tijd was de Hofkerk in gebruik door de protestanten. Voor het gebouw een periode van verval. De toren en een gedeelte van de kerk zijn ingestort. De toren werd niet herbouwd en de kerk werd enige meters korter.Ter vervanging van de toren werd in 1669 het klokkenhuis gebouwd, waarin een monumentale klok uit 1367 is opgehangen.In 1798 kon de kerk weer in gebruik worden genomen door de katholieken. In bijna twee eeuwen van opbouw en restauratie groeide de kerk uit tot een mooi ingerichte kerk.

Na de 2e wereldoorlog steeg het aantal inwoners van Bergeijk explosief en de kerk werd te klein bevonden. Modernisering en nieuwbouw waren de achtergrond om te besluiten tot het bouwen van een nieuwe kerk met toren, waarvan nu alleen nog de toren op de Elzenhof te zien is.

De oude kerk werd in de jaren zeventig als rijksmonument aangemerkt en gerestaureerd en aanvankelijk alleen gebruikt voor bijzondere diensten.In de jaren tachtig en negentig werd het aantal vaste kerkgangers steeds minder. De moderne nieuwe kerk was te groot en de oude kerk kon weer opnieuw in gebruik worden genomen.

In de kerk zien we nu nog enige pronkstukken uit het verleden. Zeer bijzonder zijn de beelden van Sint Jan en Sint Lucia uit 1490 en de Kruisgroep met Maria en Johannus eveneens uit de 15e eeuw. Uit de 18e eeuw is het beeld van Maria met Kind.De altaarretabels, de biechtstoel, de communiebank, de gebrandschilderde ramen en het beeld van St. Petrus.zijn gemaakt van 1800 – 1900.In 2001 werd de portaalzolder gebouwd, waarop een monumentaal Maarschalkerweerd orgel uit 1902 werd geplaatst.

R.K. Kerk van St. Petrus Banden. Gotische kruiskerk met driebeukig schip, dwarspand, koor en vrijstaand houten klokkenhuis. Het koor is opgetrokken van baksteen, met lagen tufsteen, in het begin van de 15e eeuw. Dwarspand en schip uit het begin van de 16de eeuw, de gevels van het dwarspand met rijk gedetailleerde steunberen en door beeldnissen en pinakels versierde toppen. Het schip is pseudobasiliciaal en wordt verlicht door dakkapellen om de andere travee, elk met een trapgeveltje. In 1888-1893 gerestaureerd door C. Franssen, die de twee westelijke traveeen, bij de instorting van de toren in 1650 verwoest, herbouwde. Inwendig zuilen met zeer eenvoudige kapitelen, houten tongewelven met steekkappen, ribgewelven in het koor. Ten zuidwesten van de kerk het houten klokkenhuis, in 1669 gebouwd. Daarin een klok, in 1367 gegoten door Jacobus van Helmond.

 
  • Naam monument: R.K. Kerk van St. Petrus
  • Bouwstijl: Neo-Gotiek
  • Gevels en materialen: Baksteen, natuurstenen sierdelen.
  • Vensters en deuren: Spitsboogramen met glas-in-lood.
  • Dak en bedekking: Zadel- en lessenaardaken met leien.
  • Bijgebouwen: Ten zuidwesten van de kerk het houten klokkenhuis, in 1699 gebouwd. Daarin een klok, in 1367 gegoten door Jacobus van Helmond. Dak met leien en oud Hollandse dakpannen.
  • Interieur: Inwendig zuilen met zeer eenvoudige kapitelen, houten tongewelven met ste ekkappen, ribgewelven in het koor.
  • Bijzonderheden: Naast de kerk een kerkhof met diverse grafzerken en grafmonumenten van circa 1900, waaronder met neogotische elementen. Calvarieberg met kruis en gietijzeren crucifix. Begroeiing onder andere met palmboompje, oude beukehaag en haagbeuk. Rondom een gemetseld muurtje met ezelsrug waarop diverse mossen en korstmossen en gietijzeren sierhek.
  • Omschrijving: Gotische kruiskerk met driebeukig schip, dwarspand, koor en een vrijstaand houten klokkenhuis. Het koor is opgetrokken van baksteen, met lagen tufsteen, in het begin van de 15e eeuw. Dwarspand en schip uit het begin van de 16e eeuw, de gevels van het dwarspand met rijk gedetailleerde steunberen en door beeldnissen en pinakels versierde toppen. Het schip is pseudobasilicaal en wordt verlicht door dakkapellen om de andere travee, elk met een trapgeveltje. In 1888-1893 gerestaureerd door C. Franssen, die de twee westelijke traveeën, bij de instorting van de toren in 1950 verwoest, herbouwde.

Orgel

Het orgel is in 1902 gebouwd door de firma Maarschalkerweerd & Zoon (Utrecht) voor de Hervormde Kerk te Geervliet. In 1956 is het daar afgebroken, opgeslagen en vervangen door een ander orgel. Na restauratie door de firma N.D. Slooff (Ouderkerk aan den IJssel) is het in 2001 in de kerk van Bergeijk geplaatst. Het front is – vrij uitzonderlijk in het oeuvre van Maarschalkerweerd – in een aan de rococo verwante stijl ontworpen. Het telt 21 registers en is vooral geschikt voor 19e eeuwse en 20e eeuwse muziek.