Pinksterkoeken

UTDELING VAN PINKSTERKOEKEN

Elk jaar worden met Pinkster­en de zogenoemde ‘pin­kster­koeken’  – dat zijn grote kren­tenbollen – uitge­deeld aan Westerhovense kinderen.

Deze oude traditie hebben we te danken aan bisschop Rythovius, die in 1511 in Riethoven als Maarten Bauwens werd geboren en op 9 oktober 1583 in St. Omer aan de pest is gestorven. Hij was de oudste zoon van een gezin van negen kinderen.

Toen de Graaf van Egmond door Alva ter dood was veroordeeld, heeft Rythovius hem op het schavot bijgestaan. Hij was ook de raadsheer van Margaretha van Parma. Hij is 22 jaar bisschop geweest van het bisdom Ieper in België.

Over de oorsprong van deze traditie is het een en ander bekend geworden via een kopie van het testament van Rythovius. Dat testa­ment is opgesteld in het Latijn en berust in het kerkelijk archief.

In dat testament heeft hij aan Riethoven en de zeven aangrenzende kerkdorpen f.100,- geschonken, waarvan de renteopbrengst met Kerstmis en Pasen aan kinderen moest worden gegeven in de vorm van ̕witte brood̕.

Daarvoor kwamen alleen die kinderen in aanmerking, die tot de jaren van verstand waren gekomen en die het ‘Onze Vader’, het ‘Wees Gegroet’, de ‘Twaalf Artikelen van het Geloof’, de ‘Tien Geboden’ en de ‘Vijf Geboden’ konden opzeggen.

Dat deze uitdeling al vele jaren met Pinksteren gebeurt, zou te ver­klaren zijn uit het feit dat dit een gunstiger dag in het jaar is dan Kerstmis en Pasen.